Stroomgebied

Amsterdam behoort tot het stroomgebied van de Rijn. Een stroomgebied is een gebied waarvan alle neerslag uitkomt in dezelfde riviermond. De grenzen worden bepaald door bergruggen die in één richting afwateren naar de Nederlandse delta.

Binnen het stroomgebied bevinden zich weer allerlei andere grenzen die op andere schalen politieke en geografische verschillen aanduiden. Het stroomgebied van de Rijn kan worden gezien als een transnationale gemeenschap, waar mensen van zeven verschillende landen gezamenlijk zorg dragen voor de waterkwaliteit. Voor Nederland, dat zich benedenstrooms bevind, is het stimuleren van schoon water door het gehele stroomgebied van extra groot belang.

Hydrologische Cyclus

1. Stroomgebied

Rijn

2. Waterschap

Amstel - Gooi - Vecht

3. Gemaal buurten

Amsterdam

Hydrologisch systeem van Amsterdam

  • Een momentopname maken van de lokale waterkwaliteit is niet moeilijk. Een coherent beeld vormen van de waterkwaliteit van een stad is echter een complexe aangelegenheid en omvat oneindig veel uitzonderingen en nuances.

    Om toch een beeld te krijgen van de waterkwaliteit, kunnen we naar het hydrologische systeem van Amsterdam kijken en welke verontreinigingen erin voorkomen. We zullen op deze site kijken naar de stroming, de rioolwaterzuiveringsinstallaties, de overstorten en de uitspoeling door bepaalde types grondgebruik.

  • Overstorten

    Bij zware regenval kan de capaciteit van het rioolsysteem het soms niet aan en moet via een noodvoorziening water worden geloosd op het oppervlaktewater. Dit is dan sterk verdund ongezuiverd rioolwater dat veel schadelijke bacteriën bevat. Dergelijke situaties komen alleen voor bij extreme regenval wat vijf tot tien keer per jaar gebeurt. Op de kaart is te zien dat overstorten zich voornamelijk in het centrum bevinden, omdat daar een gemengd rioolsysteem ligt. Na een overstortmoment reinigt het water zichzelf binnen vier à vijf dagen.

  • RZWI

    Al het rioolwater in Amsterdam wordt naar twee waterzuiveringen in de Amsterdamse haven getransporteerd. Daar wordt het gereinigd, worden bruikbare stoffen onttrokken en wordt het uiteindelijk geloosd in het IJ. Hoewel het water uit een RWZI wordt gezuiverd, is de zuivering niet volledig. In feite werkt het als een enorme riooloverstort. Hoe meer toevoer naar de RWZI, hoe sneller die moet werken en hoe meer verontreiniging in de uitstroom van de RWZI komt. Omdat er bovenstroom op de Amstel drie RWZI’s zijn (bij Uithoorn, De Ronde Venen en Amstelveen), zorgen deze nog voor een aanzienlijke verontreiniging van het water dat via de Amstel naar het centrum stroomt.

  • Stroming

    Water transporteert. Het beweegt en brengt allerlei materiaal met zich mee. De concentratie daarvan bepaalt dat we het soms verontreinigd noemen, terwijl dezelfde stoffen in lagere concentraties juist nuttig kunnen zijn. Het gaat dus om een goede balans.

    In het verleden werden de grachten mechanisch gespoeld, dat gebeurt echter sinds 2010 niet meer. Op dit moment zijn de twee meest invloedrijke factoren de stroming van het Amsterdam-Rijnkanaal en de spuisluizen bij IJmuiden. Wanneer water goed doorstroomt worden de verontreiniging sneller naar zee verplaatst.

  • Grondgebruik

    Het grootste oppervlak van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht wordt ingenomen door landbouw; ongeveer 56% . Regenval spoelt meststoffen en pesticiden uit weilanden in poldersloten, die vervolgens naar de rivieren stromen. Afhankelijk van het landbouwbeleid kan dergelijke verontreiniging erg nadelig zijn voor de waterkwaliteit en leiden tot eutrofiëring. Elk grondgebruik heeft een specifiek profiel van verontreiniging.

Stroming

Is het u al eens opgevallen dat water in Amsterdam niet altijd in dezelfde richting stroomt?

De waterstroming rondom Amsterdam is alles behalve natuurlijk. Een heel netwerk van gemalen, sluizen en spuien regelt wanneer en waar water stroomt. De twee meest bepalende elementen in dit systeem zijn het Amsterdam-Rijnkanaal en de spuisluizen bij IJmuiden. Het kanaal zorgt voor een grote toevoer vanuit de Rijn (in verhouding veel groter dan de invloed van de Amstel). Omdat Amsterdam onder NAP ligt kunnen de spuien bij IJmuiden alleen open bij eb. Bij vloed gaan de spuien dicht. Omdat de Rijn doorstroomt en tegen de dichte spuien stoot, komt een omgekeerde stroming op gang. De stroomrichting in Amsterdam verandert dan van richting. Dit gebeurt elke dag. Dit zogenaamde “pseudo-getij” zorgt in principe dat het water doorstroomt en is dus goed voor de kwaliteit van het water. Onder ongunstige omstandigheden kan het hierdoor echter langer in de stad blijven hangen.

EbVloed

Hydrologisch systeem van Amsterdam

  • Doorgaans gaan we er van uit dat de stad functioneert. Pas als het mis gaat, worden kritische vragen gesteld. Gelukkig hebben we in Nederland, en met name in Amsterdam, een zeer hoge standaard als het gaat om watermanagement. Deze stadsdoorsnede toont wat normaal onzichtbaar is.

  • Opwoeling

    De diepte van het water in Amsterdam varieert van twee tot vier meter diepte. Wanneer boten met grote schroeven door het water varen woelen ze de bodem op. Dit zorgt voor troebelheid, waardoor licht wordt geblokkeerd. Daarnaast ligt op de bodem vaak verontreiniging. Op de bodem zijn ze zo goed als onschadelijk, maar na opwoeling vormen ze weer verontreiniging.

  • Woonboot

    Lange tijd loosden woonboten direct op de grachten. De afgelopen jaren is actief beleid gevoerd om deze te koppelen aan het riool. Op dit moment (medio 2019) zijn vrijwel alle woonboten aangesloten.

  • Overstort

    In het plaatje is een overstortriool met een geel deksel afgebeeld. De overstorten vinden plaats bij een put waar verschillende riolen op aansluiten. De overstort werkt met een drempel; bij geen of normale regenval word de drempel niet overschreden en gaat al het water naar de zuivering. Wanneer het hard regent stijgt het peil binnen het stelsel en loop het water over de drempel. Hier bezinken eerst de zware delen waarna de rest de grachten in stroomt. Dit gebeurt onder de waterspiegel.

  • Uitspoeling

    Regenwater stroomt voor een deel het riool in. Een ander deel stroomt direct het oppervlaktewater in. Deze verontreiniging bevat vaak zware metalen, drijfvuil en organisch materiaal. In stedelijke gebieden worden meer zware metalen en drijfafval aangetroffen, in agrarisch land meer nutriënten en pesticiden.